Nederlands

demoniem
inwoner Sloveen
vrouwelijke inwoner Sloveense
bijvoeglijk Sloveens
Uitspraak
Woordafbreking
  • Slo·ve·nië
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Slovenië -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Slovenië o

  1. (toponiem: land) een land in Centraal-Europa
    • Het inwonertal van Slovenië is redelijk hoog. 
     Toen de deuren van de basiliek van de stad vanochtend om zes uur opengingen, hadden zich al enige duizenden mensen verzameld. Verwacht wordt dat rond de honderdduizend mensen de kerk zullen aandoen. De organisatoren verwachten zelfs bussen uit Slovenië, Polen en Libanon.[1]
Verwante begrippen
Landen in Europa in het Nederlands
AlbaniëAndorraArmeniëAzerbeidzjanBelgiëBosnië en HerzegovinaBulgarijeDenemarkenDuitslandEstlandFinlandFrankrijkGeorgiëGriekenlandGroenlandHongarijeIerlandIJslandItaliëKazachstanKroatiëLetlandLiechtensteinLitouwenLuxemburgNoord-MacedoniëMaltaMoldaviëMonacoMontenegroNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijkPolenPortugalRoemeniëRuslandSan MarinoServiëSloveniëSlowakijeSpanjeTsjechiëTurkijeVaticaanstadVerenigd KoninkrijkWit-RuslandZwedenZwitserland
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Italianen in de rij voor St. Antonius” (Maandag 15 februari 2010, 15:51), NOS


Drents

Eigennaam

Slovenië

  1. (toponiem: land) Slovenië; een land in Centraal-Europa


Nedersaksisch

Eigennaam

Slovenië

  1. (toponiem: land) Slovenië; een land in Centraal-Europa
Schrijfwijzen

Meer informatie