Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Fi·ji·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Fiji met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord Fijiër Fijiërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Fijiërm

  1. (demoniem) een inwoner van Fiji, of iemand afkomstig uit Fiji
Verwante begrippen

Gangbaarheid