Estlander
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Estlander (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛstlɑndər / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɛstlɑndər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɛstlɑndər/
- (Limburg): /ˈɛslɑndər/
Woordafbreking
- Est·lan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Estlander | Estlanders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Estlander m
- (demoniem) een inwoner van Estland, of iemand afkomstig uit Estland
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Estland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Est, Estlander • inwoonster: Estse, Estlandse • bijvoeglijk: Estisch, Estlands, Ests |
Gangbaarheid
- Het woord Estlander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.