Canarische Eilanden


Nederlands

 
Canarische Eilanden
 
demoniem
inwoner Canariër
vrouwelijke inwoner Canarische
bijvoeglijk Canarisch
Uitspraak
Woordafbreking
  • Ca·na·ri·sche Ei·lan·den
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Canarische Eilanden mv

  1. (toponiem) Spaanse groep eilanden voor de kust van Marokko. Tevens één van de 17 autonome regio's van Spanje
    • In 77 n. Chr. gaf de Romeinse encyclopedist Plinius de Oudere een mooie beschrijving van de Canarische Eilanden. In navolging van de Grieken heeft hij het over de Insulae Fortunatae, de Gelukkige Eilanden. In de Griekse mythologie zijn dit eilanden waarvan de bewoners onsterfelijk zijn, waar al het goede in overvloed aanwezig is en waar het altijd zomer is (hij had gelijk) 
    • Nooit waren er zoveel vluchtelingen die via de Spaanse Canarische Eilanden Europa wilden bereiken. In 2023 kwamen bijna 40.000 mensen aan, een record.[1] 
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen