Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ban·toe
Woordherkomst en -opbouw
  • Meervoud van het Nguniwood ntu, "mens", met het voorvoegsel ba-.
enkelvoud meervoud
naamwoord Bantoe Bantoes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Bantoem

  1. lid van een volk in het midden en zuiden van Afrika
enkelvoud meervoud
naamwoord Bantoe -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Bantoeo

  1. groep talen die gesproken worden door mensen in het midden en zuiden van Afrika
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid