-sel

Niet te verwarren met: sel

Nederlands

Huidig bestand
186

Uitspraak

• IPA: / səl / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• -sel

Woordherkomst en -opbouw

• uit Middelnederlands -sel, uit Oudnederlands -(i)sl(i)(a)

Achtervoegsel

-sel o

1. vormt van een overgankelijk werkwoord een naamwoord van handeling, een zelfstandig naamwoord dat het resultaat of gevolg van de handeling aanduidt

   • Bakken → baksel. 

2. vormt van een ergatief werkwoord een naamwoord van handeling, een zelfstandig naamwoord dat resultaat of gevolg van het proces aanduidt

   • Stollen → stolsel. 

Hyponiemen

    enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht

Beersel Rijsel aanbrandsel aanbreisel aanbrengsel aangroeisel aanhechtsel aankapsel aankleefsel aanlaadsel aanloksel aanmaaksel aanspoelsel aanstijfsel aanvoegsel aanwendsel afbeeldsel afbrandsel afkapsel afknipsel afschaafsel afscheidsel afschijnsel afschraapsel afschrabsel afschrapsel afschutsel afschuursel afslijpsel afsnijdsel afsnijsel afsnoeisel afsnuitsel afspoelsel afsteeksel afstraalsel afstrijksel afveegsel afvijlsel bedoelsel bekleedsel bemoeisel bereidsel beschutsel besteeksel bestrooisel bewindsel bijbouwsel bijhangsel bijmengsel blanketsel boeisel bonksel brandsel bruineersel clateersel dunsel eersel emailleersel foeliesel foksel garneersel gassel gebroedsel gedichtsel geelsel geprutsel gewelfsel glaceersel glazuursel grimeersel grindhordsel gritsel handzetsel hossel houthaksel indruksel inkruipsel inmaaksel inmengsel inschuifsel insluipsel insluitsel insmeersel instrooisel inweefsel inwindsel jeuksel kaamsel kipsel klaarsel kladsel klateersel kleedsel krabsel krassel laksel lambriseersel lardeersel leisel lengsel nadruksel nagietsel ombindsel omboordsel omboorsel omspinsel omspoelsel omzetsel onderblijfsel onderlegsel onderschoorsel onderstutsel onderzetsel opbindsel opboeisel opkooksel oplegsel opmaaksel opnaaisel oprijgsel opsiersel opspruitsel optooisel opveegsel overdeksel overgeefsel oversteeksel overtreksel overwelfsel paleersel plafonneersel plamuursel planketsel plantsel platsel plombeersel polijstsel politoersel rondsel roodsel runsel samenvoegsel samenweefsel schakeersel scheersel schrabsel schrapsel schrijfsel schudsel schuimsel snuitsel spooksel spreidsel spruitsel steensel sterksel steunsel stoffeersel stoofsel strijksel stuifsel stutsel telsel tiksel toebereidsel treedsel uitbeeldsel uitbindsel uitbloeisel uitbouwsel uitbraaksel uitbroedsel uitdenksel uitdruksel uitduidsel uitdunsel uitgroeisel uitharpsel uitkamsel uitknipsel uitkooksel uitpluksel uitschraapsel uitschrabsel uitschrapsel uitsnijdsel uitspoelsel uitspruitsel uitspuwsel uitstrijksel uitstrooisel uitvaagsel uitveegsel uitvindsel uitwerksel uitzeefsel uitziftsel verbeeldsel verbreedsel verdunsel verglaassel verguldsel verhoogsel verkeersel verkitsel verlaksel verlengsel verletsel verloksel vertinsel verwelfsel voorbeduidsel voorbehoedsel voorbereidsel voorhangsel voorspooksel voortborduursel weerkeersel welfsel werpsel wiedsel wiersel witsel wrochtsel zegsel zinksel zitsel

Anagrammen

• els, Els, Els', les

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Deens

Huidig bestand
2

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /-səl/

Woordafbreking

• sel

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van de Oudnoordse achtervoegsels -sl en -sla

Achtervoegsel

-sel

1. -sel

   • påkøre + -sel → påkørsel met verval van de 'e' 

Verwijzingen

• -sel in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

Noors

Huidig bestand
13

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / səl /

Woordafbreking

• sel

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van de Oudnoordse achtervoegsels -sl en -sla

Achtervoegsel

-sel

1. -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig naamwoord te maken met abstracte betekenis
2. -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig naamwoord te maken met concrete betekenis

Afgeleide begrippen

   

[1]: ferdsel [1]: hørsel [1]: vigsel [2]: bissel [2]: brensel [2]: gjødsel

Verwante begrippen

• -ing

Nynorsk

Huidig bestand
1

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / səl /

Woordafbreking

• sel

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van de Oudnoordse achtervoegsels -sl en -sla

Achtervoegsel

-sel

1. -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig mannelijk naamwoord te maken met abstracte betekenis
2. -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig mannelijk naamwoord te maken met concrete betekenis
3. -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig onzijdig naamwoord te maken met abstracte betekenis
4. -sel, gebruikt om van een werkwoord een zelfstandig onzijdig naamwoord te maken met concrete betekenis

Synoniemen

• -sle

Afgeleide begrippen

   

[1]: drygsel [1]: ferdsel [1]: vigsel [4]: brensel [4]: deksel [4]: varsel

Verwante begrippen

• -ing