Japans

Uitspraak
  • IPA: \sɯ.ki\, [sɨᵝkʲi]

Bijvoeglijk naamwoord

好き

  1. leuk, favoriet, houden van
    «私はが一番好きだ。»
    Ik hou het meest van de zomer.
    «寿司好きです。»
    Ik heb graag sushi.
    «もう好きじゃない。»
    Ik vind je niet meer leuk.
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  1. 大好き liefhebben, houden van
Antoniemen
  1. 嫌い haten