ženský

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /ʒɛnskiː/

Woordafbreking

• žen·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord žena met het achtervoegsel -ský.

Bijvoeglijk naamwoord

ženský

1. vrouwelijk; bestemd voor vrouwen.
2. (biologie) vrouwelijk; een specifiek lichamelijk geslacht.
3. (grammatica) vrouwelijk; één van de drie grammaticale geslachten.
4. (sociologie)(psychologie) vrouwelijk; typisch voor vrouwen.

Antoniemen

• mužský

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ʒɛnskiː/

Woordafbreking

• žen·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord žena met het achtervoegsel -ský.

Bijvoeglijk naamwoord

ženský

1. vrouwelijk; bestemd voor vrouwen.
2. (biologie) vrouwelijk; een specifiek lichamelijk geslacht.
3. (grammatica) vrouwelijk; één van de drie grammaticale geslachten.
4. (sociologie)(psychologie) vrouwelijk; typisch voor vrouwen.

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	ženský		ženská	ženské	ženští	ženské		ženská
genitief	ženského		ženské	ženského	ženských
datief	ženskému		ženské	ženskému	ženským
accusatief	ženského	ženský	ženskou	ženské	ženské			ženská
vocatief	ženský		ženská	ženské	ženští	ženské		ženská
locatief	ženském		ženské	ženském	ženských
instrumentalis	ženským		ženskou	ženským	ženskými

Synoniemen

1. dámský

Antoniemen

1. mužský, pánský
2. mužský, mužný
3. mužský, střední
4. mužský

Afgeleide begrippen

• ženská v
• ženský časopis m
• ženský hlas m
• ženský klep m
• ženský lékař m
• ženský řád m

Verwante begrippen

• samičí
• ženskost v
• ženství o

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR