vervoeging van
[[{{{1}}}/vervoeging|{{{1}}}]]

ovt-enk

  1. enkelvoud verleden tijd van [[{{{1}}}]]
    • Ik ovt-enk. 
    • Jij ovt-enk. 
    • Hij, zij, het ovt-enk. 

      De sjabloonbeschrijving hieronder wordt niet afgebeeld wanneer het sjabloon wordt geplaatst
Doel

Dit sjabloon wordt gebruikt om op een eenduidige wijze de verleden-tijd-enkelvoudsvormen en evt. aanvoegende wijs van Nederlandse werkwoorden weer te geven.

Gebruik

Zet dit sjabloon direct onder het kopje {{-verb-}}. Geef als parameter het hele werkwoord op.

Ook is het mogelijk om met de tweede parameter het dikgedrukte lemmawoord te veranderen.
Door als extra parameter 3=a in te voegen wordt aangegeven dat de werkwoordsvorm ook de aanvoegende wijs van hetzelfde werkwoord is.
Door als extra parameter 4=a in te voegen wordt aangegeven dat de werkwoordsvorm ook het voltooid deelwoord van hetzelfde werkwoord is.