• Schrift·woord
enkelvoud meervoud
naamwoord Schriftwoord Schriftwoorden
verkleinwoord - -

het Schriftwoordo

  1. (religie) (christelijk) tekst zoals die letterlijk uit de Bijbel komt
     Vanwege haar paradijselijke onschuld kon een meisje uit afgesloten ruimten als een pijl uit de boog ontsnappen; ze kon de vogels in het veld met de hand pakken en er mee spelen. Dit bevestigt het Schriftwoord: waar de Geest des Heren woont, is vrijheid.[1]
  1.   Weblink bron
    C.M. Stutvoet-Joanknecht
    “Der byen boeck. De Middelnederlandse vertalingen van Bonum universale de apibus van Thomas van Cantimpré en hun achtergrond.”, proefschrift (1990), VU Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 9789062569236, p. 363