Overleg sjabloon:samen

Wat gedachten achter het sjabloon bewerken

Naast de gebruiksinformatie die bij het sjabloon zelf staat, lijkt het mij nuttig om bij een wat groter sjabloon ook indruk te geven van overwegingen die bij het ontwikkelen ervan een rol hebben gespeeld. Omdat WikiWoordenboek een samenwerkingsproject is, kunnen die overwegingen misschien in de toekomst ook handig zijn voor anderen. Een aantal van de onderstaande overwegingen hoort strikt genomen meer bij sjablonen die door dit sjabloon worden aangeroepen. In de toekomst worden ze mogelijk naar het Overleg bij die sjablonen verplaatst.

Voor lezers bewerken

Voor lezers is het prettig als de opbouw van een pagina en onderdelen daarvan redelijk voorspelbaar zijn. Maar de beste manier om herkomst en opbouw van een woord te beschrijven is niet helemaal in een stramien vast te leggen. Dit sjabloon probeert vrij veel keuzemogelijkheden te bieden voor een omschrijving op maat, maar daarbinnen herkenbare patronen te ondersteunen. Het is bedoeld als onderdeel van een serie sjablonen waarin dezelfde patronen terugkeren.

  • doorlinken: Met het groeien van WikiWoordenboek zijn er ook pagina's die alsmaar langer worden. Het is voor een lezer niet gemakkelijk als hij via een link bovenaan een pagina uitkomt en dan maar moet scrollen naar zijn eigenlijke bestemming. Juist voor een lezer die het allemaal niet zo precies weet is het wenselijk dat een link hem precies brengt waar hij moet zijn. Dit wordt bereikt door links door te laten verwijzen naar de juiste taalsectie, net zoals het sjabloon {{Q}} dat doet. Bij Nederlandse woorden, die vaak zelf al een beschrijving kennen die niet zonder scrollen kan worden doorgenomen wordt zelfs naar de juiste woordsoort gelinkt, net als bij het sjabloon {{samenstelling}}. Deze functionaliteit maakt gebruik van de afspraak dat Nederlandse woorden bovenaan een pagina staan. De voorgaande oplossing is overigens niet volmaakt. Soms komt binnen de beschrijving van een Nederlands woord dezelfde woordsoort meer keren voor en er zijn ook pagina's waar verschillende woorden binnen dezelfde taal toch een apart taalkopje hebben gekregen. En soms is het wenselijk om nog preciezer bij een bepaalde betekenis uit te komen. Technisch valt dit te bereiken door in lemma's een "anker" op te nemen waar dan heen verwezen kan worden. Als hiertoe in de toekomst zou worden besloten, is dit sjabloon daarop voorbereid.
  • visueel afbakenen onderdelen: De beschikbare informatie en de uitleg die moet worden gegeven kan van geval tot geval sterk verschillen. Gecombineerd met het gegeven dat WikiWoordenboek nu eenmaal veel auteurs heeft, leidt dit tot een grote verscheidenheid aan manieren waarop zelfs vrij basale informatie wordt getoond. Dit sjabloon biedt een presentatie die veel informatie in een leesbare vorm kan gieten die redelijk eenvormig blijft als er onderdelen uit verdwijnen. Door gebruik van wat extra witruimte blijft alle tekst die op één woord betrekking heeft visueel bij elkaar. Er is verder voor gezorgd tekst tussen haakjes nooit kan worden gevolgd door andere tekst tussen dezelfde haakjes. De te gebruiken haakjes zijn verder zo gekozen dat niet te verwachten is dat goed zijn te onderscheiden van hun inhoud: zo is het gebruik van aanhalingstekens rond transliteraties en transcripties vermeden.
  • woordsoort: Een belangrijk onderdeel van de oplossing is de weergave van de woordsoort. Bij Nederlandse woorden is het zeker wenselijk om die aan te geven, omdat dat ook de bestemming van de link is. Bij woorden in andere talen zal het vaak nuttige informatie zijn. In de opmaak van WikiWoordenboek worden dit soort taalkundige gegevens ook vrij consequent als links naar meer informatie over het onderwerp. Visueel leidt dit wel tot overkill van blauwe tekst, waarin het woord zelf minder goed te vinden is. Oorspronkelijk was het idee om de woordsoort vóór het woord te noemen, maar als het (in andere sjablonen) wenselijk is de naam van een taal toe te voegen, leidt dit tot stevige complicaties. De vorming van de verbogen vorm van een taalnaam kan immers verschillen: vaak gaat het om het toevoegen van -e, maar soms moet dit achterwege blijven (Hindi, Batak) en soms zijn weer andere aanpassingen vereist (Chinese, Latijnse). Daarnaast komt er dan wel heel veel tekst voor het woord zelf terecht. Dit heeft geleid tot een vormgeving waarbij de woordsoort ná het woord wordt aangegeven. Deze vorm lijkt geschikt voor alle sjablonen die woordherkomst en -opbouw beschrijven. Resteert het probleem van de overmaat aan blauwe tekst. Dit is opgelost door woordsoorten uit te voeren als afkorting in een grijs minikadertje met de complete naam in de tooltip en een link naar de verdere taalkundige informatie, bijvoorbeeld zn voor een zelfstandig naamwoord. Het gebeurt in andere woordenboeken vaak ook zo en wijzelf doen zoiets nu al met genus en naamvallen.
  • tekstbeeld: De combinatie van het woordsoortblokje met de extra witruimte vormt op zichzelf voldoende markering van de gelinkte woorden. Gebruik van vet of cursief is bewust zoveel mogelijk vermeden. Dat houdt de basis van het tekstbeeld rustig. Bij de transliteratie en transcriptie kan de leesbaarheid door vet of cursief ook nadelig worden beïnvloed. De bewerker houdt zo verder ook de mogelijkheid om als dat een keer nodig is zelf vet of cursief te gebruiken binnen de waarden van de parameters. Er zijn twee beredeneerde uitzonderingen: de woordsoort (zie hierboven) en een eventuele nadere omschrijving of vertaling in het Nederlands die cursief (en tussen aanhalingstekens) wordt weergegeven. Deze tekst hoort bij elkaar, los van een mogelijk zinsverband eromheen, waardoor het in de regel goed werkt om hem zo aan te geven. Als dat juist niet wenselijk zou zijn, late men de parameter weg en zette de inhoud ervan gewoon na het sjabloon.

Voor bewerkers bewerken

De tekst onder Woordherkomst en -opbouw kent bij samenstellingen soms een zeer voorspelbaar patroon, zodat het voorkomt dat dit sjabloon halfautomatisch gebruikt wordt. Maar het komt ook veel voor dat het gewoon een hulpmiddel voor de schrijver van een lemma is. Met dat laatste in gedachte is een bewuste keus gemaakt over hoe de parameters van het sjabloon moeten worden opgegeven. De parameters die meestal niet nodig zullen zijn, zijn benoemde parameters. De parameters die verplicht zijn staan zoveel mogelijk als onbenoemde parameters aan het begin aangevuld met optionele parameters die vaak gebruikt zullen worden.

Kort gezegd is de volgorde van de onbenoemde parameters: taal - eerste woord - tweede woord - tussenvoegsel.

  • taal: Omdat een samenstelling in de regel uit woorden binnen één taal bestaat gaat het sjabloon uit van één taalparameter die voor beide woorden wordt gebruikt. Het is denkbaar dat zoiets als een "ontlenende samenstelling" bestaat, waarbij een samenstelling één woord aan een andere tal ontleent. Voor die niet zo talrijke gevallen lijkt maatwerk een betere oplossing, dan van de gebruiker te verlangen dat de taalparameter dubbel wordt ingevoerd. Omdat de taalparameter belangrijk is voor de werking van het sjabloon is hij wel vooraan gezet. Als het om een Nederlands woord gaat kan de gebruiker er bewust (en gemakshalve) voor kiezen om deze parameter niet in te vullen. Wordt de parameter echt vergeten, staat er geen taalcode op de eerste plaats en ziet het resultaat er zo beroerd uit dat de bewerker deze fout zal opmerken en corrigeren. Bij een parameter aan het eind is de kans groter dat woorden bij vergissing 'automatisch' als Nederlands woord worden behandeld.
  • eerste woord: Afgezien van de taal wordt dit met drie parameters beschreven: het woord zelf, de woordsoort en een omschrijving. Van die drie is alleen het woord zelf verplicht, de woordsoort en de omschrijving zijn optioneel. Bij woorden in het Nederlands is de woordsoort wel erg wenselijk, omdat dan preciezer kan worden doorgelinkt, als een woord meerdere woordsoorten kent. Het komt ook voor dat de omschrijving nuttig is om precies aan te geven om welke betekenis het gaat. Bij woorden in vreemde talen gaat dit nog sterker op omdat het goed mogelijk is dat de lezer geen idee van de betekenis heeft. Het vermelden van de woordsoort kan daarbij ook handig zijn.
  • tweede woord: Precies dezelfde parameters als het eerste woord. Ook bij andere vermeldingen van woorden onder Woordherkomst en -opbouw zullen deze drie gegevens (aangevuld met de taal) vaak nodig zijn. Daarom lijkt het verstandig hier een vast patroon van te maken. Omdat een samenstelling twee woorden omvat, leidt dat tot een vrij groot aantal parameters, maar omdat door de duidelijke herhaling is het geheel toch te overzien.
  • tussenvoegsel: Het zou niet onlogisch zijn om de parameter voor het tussenvoegsel zelf ook tussen die van het eerste en het tweede woord te plaatsen. Maar omdat de meeste samenstellingen geen tussenvoegsel kennen, leidt dit tot een vijfde parameter die meestal leeg is. Door deze parameter aan het eind te zetten kan hij eenvoudig worden weggelaten wanneer hij niet nodig is. In principe zou deze parameter ook een benoemde parameter kunnen zijn, maar deze oplossing lijkt toch doelmatiger. De overige parameters die tekst toevoegen komen alleen paarsgewijs voor of het zijn schakelaars die zich niet goed lenen voor een onbenoemde parameter.

In het eerdere sjabloon {{samenstelling}}, alleen bedoeld voor Nederlandstalige samenstellingen, staat bij de parameters de woordsoort vóór het woord zelf. Dit sloot aan bij de volgorde die binnen lemma's wordt aangehouden en bij de oorspronkelijke gedachte om de woordsoort ook vóór het woord zelf te noemen "samenstelling van het bijvoeglijk naamwoord rood en het zelfstandig naamwoord huid". In de huidige vormgeving van het sjabloon komt de volgorde binnen het sjabloon overeen met de resulterende tekst.

Sommige teksten over woordherkomst vragen één of meer volzinnen. Daarom zijn er parameters ingebouwd zodat de tekst met een hoofdletter kan beginnen, of met een leesteken (bijvoorbeeld een komma) kan worden afgesloten.

Terugkeren naar de pagina "samen".