• Oc·ci·ta·ni·ers

de Occitaniërsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Occitaniër
    • Schotten, Welshmen, Bretons, Occitaniërs, Catalanen, Elzassers, ja zelfs de Samen (Lappen) in Zweden voelen zich cultureel onderdrukt door hun respectieve centrale regeringen. [1]