• Me·so·zoï·cum, Me·so·zo·icum
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘geologisch tijdperk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1930 [1]

het Mesozoïcumo

  1. verouderde spelling of vorm van mesozoïcum tot 2006 (geologie)
  • In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.