• Maas·tricht·se

Maastrichtse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Maastrichts
enkelvoud meervoud
naamwoord Maastrichtse Maastrichtsen
verkleinwoord

de Maastrichtsev

  1. (demoniem) vrouw van Maastrichtse komaf
    • De Maastrichtse kon de weg niet vinden in Amsterdam.