Liefland

  1. verouderde spelling of vorm van Livland
(verouderd) nominatief enkelvoud van Liefland
«Unerhört großen Schaden richten jährlich die Wölfe in Lief- und Ehstland auf den Höfen und bey den Bauern an. [1]»
Ontzettend grote schade richten jaarlijks de wolven aan in Lijfland en Estland op de boerderijen en bij de boeren.
  1. Nordische Miscellaneen
    Tijdschrift van A. W. Hupel, Riga
    Jaargang 1781, pagina 229-231
    Auteur: anoniem
    Ueber die Ausrottung der Wölfe