Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·mer·com·mis·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Kamercommissie Kamercommissies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Kamercommissiev

  1. (politiek) groep Nederlandse Kamerleden die uit verschillende politieke partijen is samengesteld om aandacht te geven aan een bepaald beleidsterrein of onderwerp
     De ChristenUnie en de SP hebben in december een plan ingediend om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. Maandagmiddag debatteert de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport hierover.[1]
     De Tweede Kamer wil de stukken hebben voor het onderzoek van een Kamercommissie naar de financiering van salafistische moskeeën. Omdat de Utrechtse stichting weigert stukken over te dragen, is de commissie naar de rechter gestapt.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zorgen om coronabesmettingen arbeidsmigranten, 'breder onderzoek echt nodig'” (25-05-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Kamercommissie en imam steggelen voor rechter over 'verdwenen' documenten” (16-01-2020), NOS