Nederlands

demoniem
inwoner Kabuler, Kaboeler
vrouwelijke inwoner Kabulse, Kaboelse
bijvoeglijk Kabuls, Kaboels
Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·bul

Eigennaam

Kabul

  1. (toponiem) de hoofdstad van Afghanistan

Meer informatie


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·bul

Eigennaam

Kabul

  1. Kaboel
  1. «Kabul er Afghanistans hovedstad.»
    Kaboel is de Afghanistanse hoofdstad.
    «En Søn af denne familie blev født i Kabul
    De zoon van dit gezin is geboren in Kaboel.


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·bul

Eigennaam

Kabul

  1. Kaboel
  1. «Die Hauptstadt von Afghanistan ist Kabul
    De hoofdstad van Afghanistan is Kaboel.


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·bul

Eigennaam

Kabul

  1. Kaboel
  1. «Den mann hvem har bodd i Kabul er død.»
    De man die gewoond heeft in Kaboel is overleden.