Irakees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ira·kees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Irakees | Irakezen |
verkleinwoord | Irakeesje | Irakeesjes |
Zelfstandig naamwoord
de Irakees m
- (demoniem) een inwoner van Irak, of iemand afkomstig uit Irak
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Irak in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Irakees, Iraki • inwoonster: Irakese • bijvoeglijk: Iraaks |
Gangbaarheid
- Het woord Irakees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.