Nederlands

  Niet te verwarren met: eeg
Uitspraak
Woordafbreking
  • EEG
enkelvoud meervoud
naamwoord EEG
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de EEGv

  1. (initiaalwoord), (afkorting) Europese Economische Gemeenschap de voorganger van de Europese Unie.
    • Bij de oprichting bestond de EEG uit Nederland, België, Luxemburg, de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en Italië. 

Gangbaarheid

Meer informatie