Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • De·ven·te·naar
enkelvoud meervoud
naamwoord Deventenaar Deventenaren
Deventenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Deventenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Deventer, of iemand afkomstig uit Deventer
Verwante begrippen

Gangbaarheid