Christmaseilander

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Christ·mas·ei·lan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Christmaseilander Christmaseilanders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Christmaseilanderm

  1. (demoniem) een inwoner van Christmaseiland, of iemand afkomstig uit Christmaseiland
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid