Christmaseilander
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Christ·mas·ei·lan·der
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Christmaseiland met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Christmaseilander | Christmaseilanders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Christmaseilander m
- (demoniem) een inwoner van Christmaseiland, of iemand afkomstig uit Christmaseiland
Verwante begrippen
Demoniemen bij Christmaseiland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Christmaseilander • inwoonster: Christmaseilandse • bijvoeglijk: Christmaseilands |
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'Christmaseilander' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.