Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ca·na·de·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Canadese Canadesen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Canadesev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Canada, of een vrouw afkomstig uit Canada
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Canadese

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Canadees

Meer informatie

Gangbaarheid