Nederlands: Op een ondergrond van rode zijdefluweel zijn verschillende borduurfragmenten geappliceerd. Centraal wordt de H. Margaretha afgebeeld, in de devoot gevouwen handen een kruis, oprijzend uit de draak, die haar tevoren had verzwolgen. In kontrast met de ingetogenheid van Margaretha lijkt de draak met kronkelende staart wild te bewegen en draait zijn kop met opengesperde muil naar haar toe, een deel van haar mantel nog tussen de tanden. Boven het hoofd van de heilige zweeft de H. Geest in de gedaante van een duif. Op de vier hoeken vier 17de-eeuwse borduurfragmenten in de vorm van granaatappels. Eveneens uit de 17de eeuw dateert de rechtstreeks op de stof geborduurde sierrand met bloemen, w.o. tulpen, en golvende ranken. Zowel in het borduurwerk van de heilige als de bloemenrand zijn pareltjes verwerkt, in de rand ook pailletten. Techniek: Margaretha en de draak zijn geborduurd in de lazuurtechniek en ingrijpsteek in floszijde. De nimbus is van gelegd en gehecht gouddraad. De granaatappels zijn van gelegd gouddraad, opgehoogd en bewerkt met blauwe zijde.