• Bel·zeel·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Belzeelse (Belzeelsen)
verkleinwoord

de Belzeelsev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Belzele, of een vrouw afkomstig uit Belzele

Belzeelse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Belzeels