Belgisch-Nederlandse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Belgisch-Nederlandse (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛlɣisˌnedərlɑntse / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- Bel·gisch-Ne·der·land·se
Woordherkomst en -opbouw
- Belgisch-Nederlands bn met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
Belgisch-Nederlandse
- verbogen vorm van de stellende trap van Belgisch-Nederlands
- Alle ingrediënten zijn aanwezig om de Belgisch-Nederlandse samenwerking te laten slagen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'Belgisch-Nederlandse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.