Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bal·kan·ac·cent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Balkanaccent Balkanaccenten
verkleinwoord Balkanaccentje Balkanaccentjes

Zelfstandig naamwoord

het Balkanaccento

  1. iemand die met een tongval spreekt die doet vermoeden dat deze persoon afkomstig is uit de Balkan
     De Sloveense filosoof Slavoj Zizek praat met zijn overrompelend charisma, komische overdrijvingen en een aandoenlijk Balkanaccent over waar het allemaal om draait: 'Assume the mistake and go to the end. We have a name for this: it's called love'. ('Maak u de vergissing eigen en ga tot het einde. Wij noemen dat liefde').[1]
     Hoewel ze, zoals alle overige modellen, met een zwaar Balkanaccent Engels sprak, begrepen ze elkaar redelijk tot goed. ‘Next, yes! ’ De dwingende stem liet het verzoek als een bevel klinken. Het model verbrak abrupt hun gesprek, rechtte haar rug en veranderde haar mimiek in dat van een barbiepop. ‘Chantal! ’Vanwege de indringende manier waarop haar naam werd uitgesproken, draaide ze zich direct om.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bert Bultinck: Slavoj Zizek over de liefde” (07/07/2010), De Standaard
  2. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2