54-jarige
- 54-·ja·ri·ge
54-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 54-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 54-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 54-jarige | 54-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 54 jaar oud is of iets dat 54 jaar bestaat
- De 54-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord 54-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.