• -i·sta
  • Via het Latijn ontleend aan het Oudgrieks. Het gebruik als bijvoeglijk naamwoord is overgenomen uit het Frans.
enkelvoud meervoud
mannelijk -ista -isti
vrouwelijk -ista -iste

-ista

  1. vormt zelfstandige naamwoorden die wijzen op een beroep of een activiteit waarin men ervaring heeft.
  2. vormt zelfstandige naamwoorden die wijzen op een aanhanger van een bepaalde religie of ideologie.
  3. vormt bijvoeglijke naamwoorden die wijzen op een kenmerkende eigenschap.