-ari
Huidig bestand |
---|
4 |
- IPA: / aˈɾi /
- -ari
- Ontleend aan het Oudnoordse achtervoegsel -ari med herkomst van het Latijnse achtervoegsel -arius
- Verwant met de Nederlandse achtervoegsels -aar en -er en met het Duitse achtervoegsel -er
-ari, m
- -aar, -er (vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van werkwoorden voor iemand, die de handeling verricht, die het werkwoord benoemd)
- «leika + -ari → leikari»
- spel + -er → speler
- «leika + -ari → leikari»
- -er (vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van zelfstandige naamwoorden voor iemand, die een handeling verricht)
- «apótek + -ari → apótekari»
- apoteek + -er → apotheker
- «apótek + -ari → apótekari»