-are
Huidig bestand |
---|
15 |
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
-āre | -o | -āvi | -ātus |
eerste vervoeging | volledig |
-āre
- weer, opnieuw (vormt werkwoorden (frequentatīva of intensīva) van zelfstandige naamwoorden)
- «iactus - iactāre»
- worp - slingeren
- «iactus - iactāre»
- gebruiken, toepassen, doen (vormt werkwoorden (denominativa) van zelfstandige naamwoorden)
- «vox - vocāre»
- stem - roepen
- «vox - vocāre»
Huidig bestand |
---|
8 |
- -are
-are
- -aar (mannelijke vorm)
- «tigga + -are → tiggare»
- bedelen + -aar → bedelaar
- «tigga + -are → tiggare»
- -erska (vrouwelijke vorm)