vervoeging van
élargir

élargissions

  1. eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (indicatif imparfait) van élargir
  2. eerste persoon meervoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van élargir
  3. eerste persoon meervoud aanvoegende wijs (subjonctif imparfait) van élargir