Frans

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

éberlué

  1. (spreektaal) perplex, versteld
    «Nathan a fait une trombine éberluée quand on lui a dévoilé l'identité de son père.»
    Nathan trok een stomverbaasde smoel toen ze hem de identiteit van zijn vader onthulden. [1]

Verwijzingen