Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwa·vel·uit·stoot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwaveluitstoot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwaveluitstootm

  1. de uitstoot van zwavel, meestal in de atmosfeer bedoeld.
    • De zwaveluitstoot had negatieve gevolgen voor het milieu. 

Gangbaarheid