Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zwart·nek·haas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwartnekhaas zwartnekhazen
verkleinwoord zwartnekhaasje zwartnekhaasjes

Zelfstandig naamwoord

zwartnekhaas m / o

  1. (haasachtigen) Lepus nigricollis   haasachtige uit de familie van de hazen en konijnen (Leporidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door F. Cuvier in 1823
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie