zwarigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwarigheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwa·rig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwarigheid | zwarigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zwarigheid v
- moeilijkheid, moeite
- gewetensbezwaardheid, wroeging
- ▸ Maar misschien zal iemand van u zeggen: „Dit is ook de weg die ik door Gods genade moet inslaan. Zonder die zou ik niet kunnen leven. Maar wanneer ik na die geloofsoefening mijn verdorvenheid weer gevoel, dan bekruipt mij direct die zwarigheid of zonde.[3]
Gangbaarheid
- Het woord zwarigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ zwarigheid op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Komen tot Jezus” (19-11-2019), Reformatorisch Dagblad