Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwaait open
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
openzwaaien

zwaait (…) open

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openzwaaien
    • Jij zwaait open. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openzwaaien
    • Hij zwaait open. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van openzwaaien
    • Zwaait open! 

Gangbaarheid