zwaaide terug
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwaai·de te·rug
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugzwaaien |
zwaaide terug
- enkelvoud verleden tijd van terugzwaaien
- Ik zwaaide terug.
- Jij zwaaide terug.
- Hij, zij, het zwaaide terug.
- Ik zwaaide terug.