Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuurt

Werkwoord

vervoeging van
zuren

zuurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuren
    • Jij zuurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuren
    • Hij zuurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zuren
    • Zuurt!