Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuur·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanzuren

zuurde (…) aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanzuren
    • Ik zuurde aan. 
    • Jij zuurde aan. 
    • Hij, zij, het zuurde aan. 

Gangbaarheid