Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zot·te·bol·de

Werkwoord

vervoeging van
zottebollen

zottebolde

  1. enkelvoud verleden tijd van zottebollen
    • Ik zottebolde. 
    • Jij zottebolde. 
    • Hij, zij, het zottebolde.