zoomden in
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zoomden in (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zoom·den in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inzoomen |
zoomden (...) in
- meervoud verleden tijd van inzoomen
- Wij zoomden in.
- Jullie zoomden in.
- Zij zoomden in.
- Wij zoomden in.