zoog vast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zoog vast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastzuigen |
zoog vast
- enkelvoud verleden tijd van vastzuigen
- Ik zoog vast.
- Jij zoog vast.
- Hij, zij, het zoog vast.
- Ik zoog vast.
vervoeging van |
---|
vastzuigen |
zoog vast