zonneroosje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zonneroosje (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- zon·ne·roos·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zon en roosje zn met het invoegsel -e-
Zelfstandig naamwoord
het zonneroosje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zonneroos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | zonneroosje | zonneroosjes |
Zelfstandig naamwoord
het zonneroosje o dim. tant.
- (bloemplanten) een geslacht Helianthemum van ongeveer 110 soorten struiken, dwergstruiken en kruidachtige planten uit de zonneroosjesfamilie (Cistaceae ). Het geslacht kent twee soorten in België en Nederland, het geel zonneroosje en het wit zonneroosje
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'zonneroosje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] zonneroosje in het Nederlands Soortenregister N
- [1] zonneroosje op Wikidata