zonnebaadde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zonnebaadde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zon·ne·baad·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zonnebaden |
zonnebaadde
- enkelvoud verleden tijd van zonnebaden
- Ik zonnebaadde.
- Jij zonnebaadde.
- Hij, zij, het zonnebaadde.
- Ik zonnebaadde.