zonden af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zon·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afzenden |
zonden (…) af
- meervoud verleden tijd van afzenden
- Wij zonden af.
- Jullie zonden af.
- Zij zonden af.
- Wij zonden af.
Gangbaarheid
- Het woord zonden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.