Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·rog·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerrogge
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zomerroggev / m

  1. (landbouw) (plantkunde) (voeding) Secale cereale   soort graan dat men in het voorjaar zaait en in de zomer kan oogsten
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen