zomerbed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zo·mer·bed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zomer en bed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerbed | zomerbedden |
verkleinwoord | zomerbedje | zomerbedjes |
Zelfstandig naamwoord
het zomerbed o
- (geologie) de bedding van een rivier, die doorgaans door de rivier wordt gebruikt in de zomer
- Stroomgordels en stroomruggen omvatten een rivierbedding met bijbehorende oeverwallen en kronkelwaarden.[1]
Vertalingen
1.de bedding van een rivier, die doorgaans door de rivier wordt gebruikt in de zomer
Gangbaarheid
- Het woord zomerbed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zomerbed" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Fysisch-geografisch onderzoek, 2005, p. 274
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be