Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoet·wa·ter·plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetwaterplant zoetwaterplanten
verkleinwoord zoetwaterplantje zoetwaterplantjes

Zelfstandig naamwoord

de zoetwaterplantv / m

  1. (plantkunde) een plant die thuis is in water met een laag zoutgehalte
    • Waterpest is een bekende zoetwaterplant. 

Gangbaarheid