Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoet·stof·ta·blet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetstoftablet zoetstoftabletten
verkleinwoord zoetstoftabletje zoetstoftabletjes

Zelfstandig naamwoord

het zoetstoftableto

  1. een tablet dat een zoetstof bevat
    • Zij deed twee zoetstoftabletjes in haar rooibosthee. 

Gangbaarheid

Verwijzingen