Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zit·tin·kjes
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zitting met het achtervoegsel -kje en met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de zittinkjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zitting